Interview met Nico Heemelaar voor Algemeen Dagblad – Haagse Courant

Mooi interview door Nico Heemelaar met dito foto van Frank Jansen in AD/HC van zaterdag 30-1-21 over mijn leven met Daantje en het boek ‘De adem van mijn zoon’.Voor wie het op de afbeelding niet kan lezen, hierbij de tekst:

Het is stil in huis zonder Daan

De 13-jarige zoon van schrijver, cabaretier en presentator Marcel Verreck woont sinds twee maanden niet meer thuis. Daantje is dubbel gehandicapt, de liefste jongen ter wereld die altijd vrolijk is. ‘De adem van mijn zoon’ heet het boek waarin Marcel in 128 verhalen van 150 woorden vol liefde, ontroering en humor schrijft over de bijzondere band met zijn zoon.

,,Hé, daar loopt Sinterklaas”, zegt Marcel Verreck aan de tafel voor het raam in zijn bovenwoning in de Haagse Bomenbuurt. Beneden op het winkelpleintje passeert acteur Stefan de Walle met een boodschappentas in zijn hand.

,,Dit is een heerlijk buurtje. Vanochtend ben ik nog even bij Johan Frauenfelder langs geweest, flamencogitarist, frontman van De Règâhs en een goeie vriend. Ook hij mist hij het publiek, de sociale contacten, de dynamiek. Marnix Rueb, de in 2014 overleden cartoonist en geestelijk vader van Haagse Harry woonde hier ook vlakbij. “Een heel bijzondere, uitzonderlijk getalenteerde en bescheiden man. Marnix mis ik nog steeds ontzettend. Vaak nam ik Daantje mee als ik bij hem langs ging.

”Daantje is Daniël Verreck, een wolk van een baby die op de ritmische datum van 27 juli 2017 (27-07-17) in het Bronovo Ziekenhuis het levenslicht ziet. ,,Dezelfde gynaecoloog die ook de prinsessen van Oranje ter wereld heeft geholpen”, merkt hij op. Een prinsenkind, zo noemt Marcel zijn oogappel in een van de verhaaltjes in ‘De adem van mijn kind’. Een prinsje is het zeker: een knappe jongen met reebruine ogen, die altijd lacht en zo’n mooie bos krullen heeft, dat je hem als vader altijd over de bol wil aaien.

Daniël werd weliswaar drie weken te vroeg geboren, maar alles leek ‘normaal’. Een Johan Cruijff in de dop, de voetballer waarvan Marcel Verreck zelf droomde toen hij met zijn vriendjes uit het Statenkwartier voetbalde op het veldje aan de Johan de Wittlaan achter het hotel waar op dat moment de voetballegende logeerde met het team van Barcelona. ,,We sloofden ons uit met balletje hoog houden in de hoop dat Johan Cruijff het vanuit zijn hotelkamer kon zien en hij misschien wel naar buiten kwam.”

Crèche

Dat bij de zoon het talent ontbreekt om uit te groeien tot een Johan Cruijff, daar kom je als vader wel overeen. Maar hoe reageert dezelfde vader als die te horen krijgt dat zijn zoon nooit zal kunnen voetballen en dat hij ook geestelijk niet in staat is om daarover te mogen dromen?

In ‘De adem van mijn zoon’ beschrijft Marcel Verreck (60) het moment dat hij werd aangesproken door de leidster van de crèche waar hij zijn zoon dan al een jaar lang twee dagen per week zorgeloos naar toe brengt. ‘Ik moet even met je praten.’ Ze is een stoere Westlandse moeder, oer-Hollandse baken in de liefdevolle multiculturele crèche, die genoemd is naar de villa van Pippi Langkous. (…) ‘Ik heb Daan geobserveerd’, zegt ze, ‘en hij doet een heleboel dingen niet’. ,,De schrik slaat om het hart als je zoiets hoort”, zegt hij. ,,Aanvankelijk hoop je dat het allemaal mee zal vallen. Godfried Bomans was tenslotte ook al vijf jaar oud toen hij pas begon te praten. Je zoon komt in een medische molen terecht. Een diagnose is er niet 1-2-3, maar langzaam wordt het duidelijk dat er echt iets aan de hand is. Toen ben ik begonnen met verhaaltjes over hem te schrijven.”

Marcel Verreck leeft alweer een tijdje gescheiden van Margo, de moeder van Daan. Na het stoppen van hun relatie hebben ze een co-ouderschap opgezet. Toen Margo twee jaar geleden aangaf dat de verzorging haar te zwaar werd, kwam Daan definitief bij Marcel in huis. Twee keer per week ging hij naar zijn logeerhuis in Wateringse Veld, overdag werd hij met het busje opgehaald naar Tyltylcentrum De Witte Vogel, school voor speciaal onderwijs aan de Melis Stokelaan. In De adem van mijn zoon schrijft hij liefdevol over de verzorging van zijn zoon, die naarmate hij groter en sterker wordt, hem ook steeds zwaarder afgaat.

‘Soms, als ik na een vrolijke worsteling onze man in slaaponesie en slaapzakje heb weten te krijgen en hij me vanuit de diepte van zijn hoog-laagbed ligt aan te staren, dan zie ik het gezicht van mijn zus. Wangetjes, glimlach, haar blauwe ogen voor even liefbruin. Ik zie ook mijn eigen jongenshoofd, of hofie zoals wij dat noemden. Nu het moment steeds dichterbij komt waarop de zorg te zwaar wordt en er verder moet worden gekeken dan het ouderlijk huis, dien ik mij te vermannen. Dat lukt op dit soort momenten moeilijk. Ook al omdat ik de laatste van ons vierkoppige gezin ben en Daniël mijn laatst overgebleven zeer nabije bloedverwant is.’ (citaat uit ‘De adem van mijn zoon’)

Marcel Verreck groeide op in het Statenkwartier. Zijn vader was vertegenwoordiger en ooit scheidsrechter in de onderklasse van het Haags amateurvoetbal. Thuis vertelde hij de moppen na die hij onderweg of op het veld van Oranjeplein had gehoord. Zijn ouders waren gek op cabaret, van Toon Hermans tot Don Quishocking.

,,Ik kende hele conférences van Toon Hermans uit mijn hoofd”, zegt Marcel Verreck. ,,Van de nieuwjaarsfooien van mijn krantenwijk kocht ik een dubbel-lp van Gerard Cox en Frans Halsema die toen een fantastisch cabaretduo vormden. Ik zat in het schoolcabaret van het VCL, was actief in de kerk en op zeilkampen. Bij ons thuis was het een zoete inval. We hadden in een van de kamers een pingpongtafel staan. Mijn moeder had soms geen flauw idee wie er in en uit liepen om te komen tafeltennissen.”

Het klinkt als een zonnige jeugd, maar toch hing er altijd een donkere wolk aan de horizon. Zijn vader kampte met een alcoholprobleem. Na de scheiding van zijn moeder trad de verwaarlozing bij hem in. Het leek de giftige cocktail voor een vroegtijdige dood op 55-jarige leeftijd. Zijn moeder werd niet ouder dan 62. Op de dag dat Daan werd geboren, kreeg zijn (enige) zus te horen dat ze kanker had. ,,Daan werd om 19.33 uur geboren, dat is toevallig ook het geboortejaar van mijn vader”, zegt Marcel Verreck. ,,Vanuit het ziekenhuis ging ik direct door naar mijn zus en hebben we lang gepraat, gegeten, gedronken. Ze is maar 50 geworden.”

PaRoMa-trio

Studie, werk en vriendschappen gingen hem fortuinlijk af. In de klas maakte hij vrienden met Rolf, een jongen die viool speelde. Een klas hoger zat Paul Pleijsier, die opviel door virtuoos gitaarspel. Met zijn drieën vormden ze het PaRoMa-Trio, vernoemd naar hun voornamen.

,,We speelden in een tussenstraatje bij de boulevard van Scheveningen”, zegt hij. ,,Op zaterdagavonden haalden we soms 300 gulden op. Mijn vader lachte zich rot .”

Met Paul Pleijsier vormde hij het cabaretduo Verreck & Pleijsier. Ze deden mee aan het Leids Cabaretfestival en wonnen de juryprijs. Samen maakten ze vier theaterprogramma’s, in de periode 1995-2003 volgden nog eens zes soloprogramma’s. ,,Toen kwam een moment dat ik er even doorheen zat”, zegt Verreck. ,,Mijn relatie was stukgelopen en mijn moeder net overleden. Mijn impresario Harry Kies – helaas eind vorig jaar overleden – raadde mij aan een sabbatical te nemen. Toen ben ik gaan rondreizen en over mijzelf gaan nadenken.”

Marcel woonde lang in Amsterdam, leerde Margo kennen, keerde terug naar zijn geboortestad Den Haag, kocht het huis waar hij nog steeds woont, en werd op 46-jarige leeftijd vader van Daniël.

,,Als je een kind krijgt, houd je er rekening mee dat je leven er voor de komende 20 jaar totaal anders uit gaat zien”, zegt hij. ,,Toen wist ik nog niet wat voor kind Daniël zou worden.”

Vrolijk mannetje

In de buurt kent iedereen het vrolijke mannetje in de rolstoel en zijn trotse vader. Behalve op het plein met winkels waar sinterklaas Stefan de Walle zijn inkopen doet, kijkt hij vanuit zijn woonkamer uit op Knetemann Quality Fitness. Een begrip in Den Haag. Zelf heeft hij er ook een tijdje gesport om overtollige kilo’s kwijt te raken, maar sinds hij een tweedehands hometrainer in huis heeft, komt hij er niet meer. In de sportschool van Knetemann komen krachtpatsers die je maar beter te vriend kunt houden.

‘Ook al hangt er dagelijks, waarschijnlijk niet geheel dopingvrij, voor naar schatting zo’n tweehonderd jaar aan gevangenisstraf aan de apparaten, de sfeer is er zeer gemoedelijk’, schrijft ervaringsdeskundige Verreck in zijn verhaaltje ‘Sportschool’. Toen ik laatst met Daantjes rolstoel in de weer was, werd ik zomaar aangesproken door een stamgast: ‘Ik zie jou vaak met je kleine jongen en ik wou even zeggen dat je een geweldige vader bent.’ Een schouderklop die ik nog voel.’ (citaat uit ‘De adem van mijn zoon’)

Zo wordt hij vaak aangesproken als hij met Daan een wandeling maakt. Kinderen durven rechtstreeks te vragen wat er met hem aan de hand is. Volwassenen hoor je denken ‘ach gut, daar loopt die man weer met zijn zoon’. Daniël heeft een zeldzame aandoening die maar bij slechts acht mensen op de hele wereld voorkomt. Het komt erop neer dat de receptoren van de zenuwbanen die van belang zijn voor de motorische en cognitieve ontwikkeling niet optimaal werken. Fysiek blijft hij doorgroeien. De verwachting is dat hij 1 meter 88 lang wordt. Geestelijk stagneert hij op het niveau van een kind van een jaar.

Het huis in de Bomenbuurt is groot en stil geworden nu Daantje het grootste deel van de week niet meer thuis is. ,,Ik moet nodig een keer gaan opruimen”, zegt hij. ,,Het nadeel van een groot huis is dat je alles bewaart.”

De functies van werk-, hobby- en woonkamer lopen bij hem door elkaar heen. Het huis is bezaaid met boeken, muziek, gitaren en herinneringen aan een veelzijdig leven. In een van de kamers staat de pingpongtafel van zijn jeugd: uitgeklapt en wel met batjes en balletje. Een van de kasten is volgestouwd met boeken die van zijn zus zijn geweest. Langs de trap naar de kamer van Daan een stoellift, net zoals er een stoellift staat in de buitenportiek naar de bovenwoning.

‘Natuurlijk denk ik er weleens aan hoe het zou zijn als Daan een ‘normaal’ kind was geweest, schrijft hij in het boek. Hoe ik met hem zou voetballen. Hoe ik zijn stapjes in het leven zou begeleiden. Hoe we met elkaar zouden praten en ruziemaken. Hoe hij me zou verrassen met aandoenlijke, irritante en verbazingwekkende acties. (…) Zo is het niet, ik koester een andere rijkdom: kwetsbaar en blij, zachtjes van het ene naar het andere moment bewegend, wars van politiek en manipulatie: de natuurlijke Daan. De liefde zelf.’ (citaat uit ‘De adem van mijn zoon’)

Daan is een makkelijk ventje, dat zich overal thuis voelt. ,,Het Westerhonk in Monster is gelukkig niet ver weg als ik hem wil opzoeken”, zegt Marcel Verreck. ,,Hij komt nog steeds een paar keer per week naar huis: van dinsdag tot donderdag en een keer in het weekend. Op zijn Haags gezegd: het is geen verhuìzing, maar een verschuìving.”

De adem van mijn zoon kost €15,- en is te bestellen via de site deademvanmijnzoon.nl. Daar is ook meer informatie over Marcel Verreck te vinden en de voordrachten die hij uit zijn vadersperspectief doet voor ouders en verzorgers van gehandicapte kinderen.